Verantwoord eigenaarschap betekent dat je oplet in je omgeving waar je bent met je hond. Je hebt respect voor je eigen hond en voor de honden van anderen. Je houdt rekening met mensen om je heen en voorkomt overlast, bijvoorbeeld door je hond bij je te houden, een lijn te gebruiken waar dat nodig is en hondenpoep op te ruimen. Zo kunnen mensen met en zonder hond prettig samenleven. Meer begrip, minder overlast!

Speerpunten

Hondentaal

Honden “communiceren” met hun lijf. Ze gebruiken houding, beweging, blik, mond, oren, staart en spierspanning om te laten zien hoe ze zich voelen. Die signalen horen bij elkaar: alleen samen en bekeken binnen de situatie maken ze duidelijk hoe de hond zich voelt.

Waarom is dit belangrijk?

  1. Je voorkomt misverstanden en verkleint het risico op bijtincidenten
  2. Je kunt eerder bijsturen, wat de hond rust en veiligheid geeft
  3. Je bouwt vertrouwen: de hond merkt dat zijn signalen tellen

Wat kan jij doen?

Leer de taal van je hond!

  1. Lees meerder signalen tegelijk, niet los van elkaar. 
  2. In welke situatie gebeurt het?
  3. Houd rekening met het individu en rasverschillen (leeftijd, gezondheid, ras, lichaamsbouw en unieke ervaringen ('de zogenaamde rugzak')).

Emoties leren lezen bij jouw hond:

  • Ontspannen

  • Nieuwsgierig

  • Speels

  • Onzeker

  • Stress

  • Agressie

  • Blij

  • Uitkijken naar iets

  • Opletten

  • Angst

  • Paniek

  • Frustratie /teleurstelling

  • Opluchting

  • Afkeer

  • Pijn /ongemak

  • Dingen willen beschermen (eten/speelgoed)

  • Liefde /contact

  • Jachtmodus

  • Twijfel/gemengde gevoelens

  • Te moe/te veel prikkels

Boekentips

Boekentips:

Doggietaal - Een gids voor hondenvrienden om je viervoeter beter te begrijpen - Lili Chin (ISBN 9789045326375)

Emoties bij honden zien - Gabi Maue en Katja Krauss (ISBN 9789082976342) 

Werkboek bij het boek ‘Emoties bij honden zien’ (ISBN 9789082976359)

 

Management

Management bij honden betekent de omgeving en situaties zó regelen dat gewenst gedrag makkelijk is en ongewenst gedrag minder of geen kans krijgt. Management werkt naast training: je maakt goede keuzes voor de hond makkelijker. Wat werkt, hangt af van jouw hond en situatie.

Waarom is dit belangrijk?

  • Het versterkt de realtie tussen mens en hond. Je zorgt ervoor dat je hond zich veilig voelt (veilg spel, duidelijke regels/begrenzing).
  • Het voorkomt stress. Minder prikkels en duidelijke regels geven rust. Voorbeeld: een vaste rustplek als er bezoek komt.
  • Het geeft duidelijkheid. De hond weet wat wel en niet kan. Voorbeeld: schoenen liggen in een gesloten kast.

  • Het voorkomt ongewenst gedrag. Wat je voorkomt, hoeft de hond niet af te leren. Voorbeeld: een hekje tussen keuken en woonkamer.

  • Het maakt goed gedrag makkelijk. Je ontwerpt situaties waarin de hond kan slagen. Voorbeeld: een rustige wandelroute kiezen.

  • Het is veilig voor mens en hond. Minder kans op botsingen, happen of weglopen.

  • Het helpt bij leren. In een rustige, voorspelbare omgeving pakt training beter.

  • Het beschermt energie en herstel. Genoeg slaap en pauzes zorgen voor een stabiele hond.

Kort gezegd: eerst voorkomen, dan trainen.

Management verlaagt stress, geeft duidelijkheid en helpt de hond succes ervaren.

Wat kan jij doen?

  • Routine: een min of meer vaste volgorde van uitlaten, eten en rust kan overzicht geven.
  • Een eigen plek: veel honden ontspannen als er ergens in huis een rustige, voorspelbare plek is.
  • Voorbereiden: spullen klaarleggen kan vertrekmomenten rustig maken.
  • Indeling: grenzen in huis (deur/hekje) kunnen helpen om situaties eenvoudig te houden.
  • Omgeving: routes en tijdstippen kiezen die passen bij energie en prikkels van jouw hond.
  • Uitrusting: een passend tuig en een lijnlengte die snuffelen mogelijk maakt kan tempo en spanning verlagen.
  • Bezoekers: een vaste aanpak rondom binnenkomst geeft veel honden houvast.

Rust en Herstel

Rust betekent slaap, korte dutjes en rustige momenten zonder prikkels van buitenaf. Tijdens rust kan het lichaam herstellen en het brein verwerken wat er eerder is gebeurd. Rust is net zo belangrijk als trainen en bewegen; zonder rust kan een hond niet goed leren, herstellen of ontspannen.

Waarom is dit belangrijk?

  • Het lichaam herstelt: spieren, gewrichten en immuunsysteem krijgen tijd om bij te komen.
  • Stress zakt: hartslag en spanning dalen, de hond wordt weer kalm.

  • Leren wordt beter: het brein verwerkt wat de hond heeft geoefend.

  • Gedrag wordt stabieler: minder prikkelbaar, minder trekken, blaffen of happen.

  • Overprikkeling wordt voorkomen: de hond kan signalen weer goed verwerken.

 

Wat kan jij doen?

  • Balans: wissel activiteit en pauze af; na drukte eerst even ontprikkelen.
  • Rustplek maken: een stille, voorspelbare plek in huis (niet in een looproute, weinig zicht/geluid).
  • Huisregels afspreken: op de rustplek wordt niet gestoord; bezoek rustig laten binnenkomen.
  • Prikkels temperen: zichtlijnen breken (gordijn/folie), geluid dempen, speelgoed doseren.
  • Routes en tijden: kies buiten voor rustig en ruim; snuffelen telt als ontspanning.
  • Overgangen verzachten: kort overgangsritueel van actief naar rust (water, snuffelen, eventueel kauwmateriaal).
  • Herstel checken: zakt ademhaling/spierspanning binnen een minuut? Zo niet, prikkels verder verlagen.
  • Slaap bewaken: overdag dutjes mogelijk maken; ’s nachts ongestoorde slaap.
  • Individueel kijken: leeftijd, gezondheid en karakter bepalen wat werkt.
  • Twijfel? Lukt ontspannen niet: laat een dierenarts meekijken en schakel zo nodig een gekwalificeerde trainer/fysiotherapeut/osteopaat of hondenmasseur in.

Hondenetiquette

Hondenetiquette zijn eenvoudige 'ongeschreven' omgangsregels die zorgen voor rust, veiligheid en ruimte— voor honden, mensen en de omgeving. Het gaat niet om ‘strenge regels’, maar om rekening houden met elkaar en met wat een hond nodig heeft. 

Waarom is dit belangrijk?

  • Het voorkomt misverstanden en stress.
  • Het maakt ontmoetingen voorspelbaar en veilig.

  • Het vergroot vertrouwen tussen hond, begeleider en omgeving.

Wat kan jij doen?

  • Géén onbekende hond-hond contact: niet aan de lijn (ook niet los). 
  • Ruimte: geef honden en mensen persoonlijke ruimte.

  • Keuzevrijheid: een hond mag nee zeggen—signalen zijn leidend.

  • Rust boven prikkels (alles wat een hond merkt in zijn omgeving): kies rustige routes en pauzes als het druk is.

  • Lezen vóór leiden: observeer lichaamstaal en pas je handelen aan.

  • Management: lijn, afstand, tempo en situaties zijn jouw verantwoordelijkheid.

  • Omgevingszorg: houd het schoon, houd rekening met wild, vee en verkeer.

Praktisch per situatie

Op straat

  • Hond kort aan de lijn bij drukte, smalle paden en oversteekplaatsen.

Ontmoeting hond-hond

  • Geen hond-hond contact (ook niet los).

Ontmoeting hond-mens

  • Vraag: “Mag ik de hond aaien?” De eigenaar bepaalt. 

  • Kinderen altijd onder begeleiding.

Losloopgebiedpark

  • Alleen los waar het mag en veilig is én als terugkomen betrouwbaar is.

  • Respecteer honden aan de lijn: geef ruime boog, roep je hond bij je. Lijn je eigen hond ook aan bij het naderen van een hond aan de lijn. 

  • Voorkom rennen op andere honden.

Natuur en landbouw

  • Aanlijnen waar wild of vee is; geen spel of jachtgedrag aanmoedigen.

  • Blijf op paden; laat geen sporen of afval achter.

Socialiseren & habitueren

Socialisatie: Positief leren omgaan met mensen en dieren via korte, prettige interacties.

Habituatie: Wennen aan omgeving (verkeer, geluid) zonder sociale interactie.

Waarom is dit belangrijk?

  • Het voorkomt angst, het verhoogt draagkracht/verlaagt de stressgevoeligheid. 

  • Je hond krijgt meer zelfvertrouwen.

  • Je hond blijft rustiger in drukke of nieuwe situaties.

  • Je hond leert wat gewoon en gewenst is in het dagelijks leven.

Wat kan jij doen?

  • Laat je hond rustig wennen aan nieuwe geluiden en situaties.
  • Kijk naar de signalen van je hond en steun je hond.

  • Geef tijd en ruimte om zelf te ontdekken.

  • Wees zelf een rustig en duidelijk voorbeeld.

Veiligheid & preventie

Verantwoord Eigenaarschap is een samenspel: eigenaren maken goede keuzes, de omgeving nodigt uit tot gewenst gedrag. Gemeenten en overheid kunnen die omgeving slim inrichten, duidelijk communiceren en waar nodig vriendelijk handhaven. Samen vermindert dit stress, overlast en bijtincidenten – en vergroot het plezier van mens én hond in de openbare ruimte.

Waarom is dit belangrijk?

  • Minder bijtincidenten en conflicten: duidelijke regels en borden helpen mensen op tijd bijsturen.
  • Meer rust en veiligheid in parken en straten: zonering en schone voorzieningen voorkomen gedoe.

  • Begrijpelijke informatie voor iedereen: elke inwoner weet wat wel en niet kan.

  • Kind & Hond wordt veiliger: lesmateriaal en afspraken verkleinen risico’s thuis en op speelplekken.

  • Eerlijke, vriendelijke handhaving: uitleg eerst; bewoners voelen zich gezien en geholpen.

  • Betere samenwerking in de wijk: gemeente, hondenscholen en bewoners trekken samen op.

  • Leren en bijsturen met data: meldingen en patronen sturen gericht beleid.

  • Snelle winst met kleine stappen: één park aanpakken laat direct resultaat zien.

 

 

Wat kan jij doen?

Voor gemeenten en overheid

  • Richt slim in: maak zones (losloop, aangelijnd, hondvrij). Plaats borden op logische plekken.

  • Voorzieningen op orde: voldoende prullenbakken en zakjesdispensers; houd ze schoon.

  • Communiceer helder: korte begrijpelijke teksten, pictogrammen, een duidelijke webpagina en social updates.

  • Kind & Hond: bied lesmateriaal aan scholen en speelplekken (regels, rustige ontmoetingen).

  • Handhaaf vriendelijk: begin met uitleg en waarschuwing; grijp steviger in bij herhaling of gevaar.

  • Werk samen: betrek hondenscholen, dierenartsen, huisartsen, wijkteams en bewoners in acties en pilots.

  • Gebruik data: analyseer meldingen en hotspots; pas regels en inrichting daarop aan.

  • Start klein: test een aanpak in één park, meet het effect en schaal op wat werkt.

  • Denk aan toegankelijkheid: respecteer de rechten van mensen met een assistentiehond; zorg voor duidelijke informatie en rustige routes.

  • Veilige routes: verlichte paden en heldere looplijnen tussen uitlaatplekken en prullenbakken.

Voor inwoners en hondenbezitters

  • Volg de borden: loslopen waar het mag; lijn aan waar dat moet.

  • Houd je hond bij je: kies afstand en tempo passend bij de situatie.

  • Geef ruimte: laat aangelijnde honden niet naar elkaar of naar mensen toe.

  • Kies rust: neem pauzes en kies rustige routes als het druk is.

  • Respecteer signalen: een hond mag “nee” zeggen.

  • Ruim op: houd straten, parken en paden schoon.

  • Kind & Hond: vraag altijd eerst; laat ontmoetingen kort en rustig verlopen.

  • Meld problemen netjes: gebruik het meldpunt van de gemeente en denk mee over oplossingen.

  • Help elkaar: spreek elkaar vriendelijk aan en geef het goede voorbeeld. 

Rasspecifieke eigenschap

Rasspecifieke eigenschappen zijn kenmerken die bij een bepaald ras vaker voorkomen. Ze komen uit het oorspronkelijke werk van dat ras.
Voorbeelden: hoeden (zoals bij Border Collies), beschermen (Kangal), jagen (Beagles), maar ook energie, grootte en vachtverzorging. Let op: individu gaat boven raseigenschappen!

Waarom is dit belangrijk?

Als je de aanleg kent, kun je gedrag voorspellen, goed begeleiden en problemen voorkomen.

Wat kan dat zijn?

  • Gedrag en drijfveer: hoeden (border collie), waken (rottweiler), jagen (beagle), apporteren (retriever).
  • Energieniveau en uithoudingsvermogen: hoeveel beweging en prikkels een hond fijn vindt.
  • Grootte en kracht: wat past bij jouw leefstijl en woning.
  • Vacht en verzorging: verharen, trimmen, wassen.
  • Gevoeligheden: bijvoorbeeld kou/hitte, geluid, zelfstandig werken of juist samenwerken.

Elke hond is een individu. Raseigenschappen geven richting, geen vast label. Ze helpen je om passende activiteiten, training en omgeving te kiezen.

Wat kan jij doen?

  • Kijk eens naar de achtergrond: ras/rasgroep en waarvoor dat werk ooit is gefokt.
  • Observeer een paar dagen wat je hond uit zichzelf kiest.
  • Noteer energie, gevoeligheden en hoe snel hij weer tot rust komt.
  • Probeer drie mini-proefjes: iets laten zoeken, een klein apportje, een denk- of trekspel.
  • Kijk wat hij het liefst doet en stem je activiteiten en routes daarop af.

"Hoog-Risico"-hond

“Hoog-risicohond” is een term die de overheid gebruikt in beleid en preventie. Het gaat om honden waarbij vaker ernstige bijtincidenten voorkomen. Dat betekent niet dat een hond “gevaarlijk geboren” is. Gedrag ontstaat door meerdere factoren samen: aanleg, omgeving, socialisatie, opvoeding en dagelijkse begeleiding.

Waarom is dit belangrijk?

  • Meer duidelijkheid en respect voor eigenaren en omgeving.
  • Gerichte preventie: (bijtincidenten) voorkomen.
  • Eerlijke informatie helpt stigma te voorkomen: niet het ras alléén, maar de omgang telt.
  • Eigenaren weten beter welke begeleiding en training nodig zijn.

Wat kan jij er aan doen?

  • Investeer extra in socialisatie, management en begeleiding.
  • Leer jouw hond kennen (hondentaal).
  • Gebruik altijd stevig en goed passend materiaal (tuig, lijn)
  • Zorg voor rust, voorspelbaarheid en duidelijke grenzen.
  • Voorkom drukke of onveilige situaties.
  • Volg cursussen bij een gekwalificeerde instructeur met kennis van HR-honden.
  • Leg uit aan je omgeving wat jouw hond nodig heeft.
  • Weet dat opvoeding en management bepalend zijn voor veiligheid en welzijn.

Kind & hond

Kinderen leren om op de juiste manier met honden om te gaan is noodzakelijk. Fijn contact ontstaat met rust, duidelijke afspraken en keuzevrijheid voor de hond. Een volwassene kijkt altijd mee en stuurt bij waar nodig.

Waarom is dit belangrijk?

  • Veiligheid: je verkleint de kans op misverstanden en bijtincidenten.
  • Welzijn van de hond: de hond krijgt rust, ruimte en keuzevrijheid.

  • Leren lezen van hondentaal: kinderen herkennen signalen als wegkijken, verstijven, grommen.

  • Duidelijkheid en grenzen: vaste afspraken maken contact voorspelbaar.

  • Goed voorbeeld: volwassenen laten zien wat wél werkt (rust, wachten, vragen, kort aaien).

  • Voorkomen is beter dan genezen: je stuurt op tijd bij en stopt vóórdat het misgaat.

  • Plezier samen: respectvol gedrag geeft vertrouwen en een fijne band.

Wat houdt begeleiden in?

  • Altijd toezicht van een volwassene.

  • Afspraken: eerst vragen, laten snuffelen, kort aaien en stoppen.

  • Niet storen bij slapen, eten of kluiven; niets afpakken.

  • Afstand en pauze geven bij spanning.

 

BELANGRIJK OM TE WETEN: Kinderen: jonge kinderen (<5 jaar) worden relatief het vaakst gebeten. Veel beten bij kinderen gebeuren in of rond het eigen huis en vaak door een bekende/familiehond.(Bron: NHG-richtlijn Traumatische wonden en bijtwonden en Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde in de klinische les Hondenbeten bij kinderen (“A majority of the dog bites in children are in or around their own house and/or by a family dog.”).

Wat kan jij doen?

  • Een volwassene laat een kind en hond nooit samen alleen.
  • Spreek simpele afspraken af bij aaien: eerst vragen, de hond naar je toe laten komen, kort aaien en dan stoppen.
  • Laat de hond met rust tijdens eten, slapen of kluiven.
  • Leer kinderen dat hondenspeelgoed van de hond is: niet afpakken.
  • Ontdek samen hondentaal.
  • Kies spelletjes die passen bij de leeftijd en het tempo van kind én hond.
  • Laat kinderen niet alleen met de hond naar buiten; een volwassene loopt mee.

Pijn herkennen

Honden laten pijn vaak minder duidelijk zien dan wij denken. Subtiele veranderingen in houding, beweging en gedrag zijn meestal de eerste signalen. Daarom is het belangrijk om alert te zijn op pijn—ook als er dus geen “duidelijke signalen” te zien is. 

Waarom is dit belangrijk?

  • Welzijn eerst: met pijn kan een hond niet ontspannen, leren of spelen.

  • Veiligheid: pijn vergroot de kans op uitvallen of grommen bij aanraken.

  • Eerlijk trainen: pas als pijn is uitgesloten, kun je gedrag eerlijk beoordelen.

  • Sneller herstel: hoe eerder je het ziet, hoe makkelijker behandelen.

 

Mogelijke signalen kunnen zijn:

Houding & beweging

  • Stram opstaan, moeite met traplopen of springen.

  • Bolle rug, rug of buik aantrekken; poot ontzien.

  • Niet makkelijk willen gaan zitten, liggen of ontlasten.

Gevoel bij aanraken

  • Wegdraaien, weglopen of reageren bij borstelen, aaien of optillen.

  • Op de zere plek gaan liggen zodat je er niet bij kunt.

Gezicht & adem

  • Hijgen zonder warmte of inspanning.

  • Smakken/likken (“tongelen”), “walvisoog” (wit van het oog zichtbaar), gespannen mondhoeken.

Gedrag & stemming

  • Minder willen wandelen/spelen; sneller prikkelbaar of juist teruggetrokken.

  • Onrustig slapen, vaker zuchten of trillen.

Vacht & zelfzorg

  • Doffe plekken, overmatig likken/krabben op één plek.

Eten, plassen, poepen

  • Minder eetlust of juist schrokken; ander plas- of poepgedrag.

 

Eén signaal bewijst nog geen pijn. Kijk altijd naar het totaalbeeld en de context.

 

Wat kan jij doen?

  • Let op kleine veranderingen in houding, gedrag en energie.
  • Combineer signalen: één signaal zegt niet genoeg, kijk naar het totaalbeeld.
  • Noteer wanneer en hoe vaak je signalen ziet (dagboekje of foto/filmpje).
  • Raadpleeg altijd een dierenarts bij twijfel.
  • Sluit medische oorzaken eerst uit voordat je verder traint.
  • Vraag zo nodig hulp van een gekwalificeerde gedragstherapeut of fysiotherapeut/osteopaat/hondenmasseur.

Werkhonden

Werkhonden zijn honden die getraind zijn om specifieke taken uit te voeren, zoals politie- of zoek- en reddingshond, hulphond, of bewakershond.

  • OpsporingswerkZe worden ingezet om explosieven, drugs of vermiste personen te detecteren en op te sporen. 
  • HulpverleningHulphonden helpen mensen met een beperking bij dagelijkse handelingen. 
  • Politie- en beveiligingstakenZe worden ingezet als politiehond, voor bewaking en in de defensie. 

Waarom is dit belangrijk?

  • Een werkhond kan zijn werk alleen goed doen als hij zich veilig en prettig voelt.
  • Goede zorg (rust, beweging, voeding, medische check-ups) houdt de hond gezond en inzetbaar.
  • Duidelijk management en voorspelbare routines geven de hond rust en houvast.
  • Keuzevrijheid en het respecteren van signalen verkleinen stress en vergroten vertrouwen.
  • Het voorkomt overbelasting: de hond mag niet altijd “aan” staan.
  • Een eigenaar die VE toepast, voorkomt problemen in de openbare ruimte (bijv. bij drukte, kinderen of andere honden).

Wat kan jij doen?

  • Plan vaste rustmomenten naast werktaken.
  • Bewaak grenzen: liever korte, duidelijke taken dan te lang of te zwaar.
  • Zorg voor passend materiaal (tuig, lijn, rustige routes).
  • Lees signalen en stuur op tijd bij (meer afstand, prikkels verminderen).
  • Informeer anderen: werkhond mag niet afgeleid worden tijdens het werk.
  • Investeer in kennis en training, zodat welzijn en veiligheid voorop blijven staan.

Houderschapsbewijs

In Nederland wordt gesproken over een houderschapsbewijs: eerst basiskennis opdoen over hond en veiligheid, daarna pas (of tegelijk met) een hond houden. In 2023 stelde de minister een verplichte (online) theoriecursus voor. Op 2 september 2025 meldde het kabinet dat er een verplichte hondencursus komt. Voor wie precies en hoe de cursus eruitziet, wordt nog uitgewerkt. Er is dus nog geen landelijke plicht ingevoerd. (Bron:Rijksoverheid)

Waarom zo’n bewijs?

Doel is minder bijtincidenten en meer welzijn. Door vooraf kennis te testen, herkennen mensen sneller stress en pijn bij honden en kunnen zij situaties veiliger maken. Dit sluit aan bij de maatregelen die het kabinet en Kamer eerder bespraken. (Bron: Rijksoverheid)

Hoe doen andere landen dit?

 

  • Duitsland (Niedersachsen): voor eerst-hondenbezitters is een theorie-examen vóór aanschaf en een praktijkexamen in het eerste jaar verplicht. ml.niedersachsen.de+1

  • Oostenrijk (Wenen): sinds 1 juli 2019 is een Sachkundekurs vóór aanschaf verplicht (vrijstelling bij aantoonbare recente hondenhouderij). Voor sommige honden geldt daarnaast een Hundeführschein (praktijk). Hunde-Kunde+1

  • Spanje: er ligt (juni 2025) een ontwerp-Koninklijk Besluit voor een gratis, online basiscursus voor nieuwe hondeneigenaren; dit is nog niet in werking.

 

Wat zou een houderschapsbewijs in Nederland kunnen betekenen?

Als de regering verder uitwerkt wat in 2023/2025 is aangekondigd, kan het gaan om:

  • een korte online theoriecursus vóór aanschaf of bij start houderschap

  • mogelijk aangevuld met praktijkbegeleiding
    De exacte inhoud, doelgroep, toetsing en handhaving moeten nog door de overheid worden vastgesteld. (Bron: Rijksoverheid)

Wat is nu al verplicht?

 

  • Chippen en registreren (I&R) van honden, met EU-dierenpaspoort. Termijnen gelden voor pups en geïmporteerde honden. Rijksoverheid+2RVO.nl+2

  • Gemeenten kunnen na bijtincidenten maatregelen opleggen (bijv. aanlijn- of muilkorfgebod). Landelijke regels rond aanpak gevaarlijk gedrag worden verder uitgewerkt.

 

 

Verantwoord Eigenaar-advies

Wacht niet op nieuwe regels. Investeer in basiskennis, leer hondentaal, en volg cursussen bij een gecertificeerde hondenschool. Dat is Verantwoord Eigenaarschap.