Verantwoord eigenaarschap betekent dat je oplet in je omgeving waar je bent met je hond. Je hebt respect voor je eigen hond en voor de honden van anderen. Je houdt rekening met mensen om je heen en voorkomt overlast, bijvoorbeeld door je hond bij je te houden, een lijn te gebruiken waar dat nodig is en hondenpoep op te ruimen. Zo kunnen mensen met en zonder hond prettig samenleven.

Meer begrip. Minder overlast.

De 15 VE-pijlers laten je in één oogopslag zien wat VerantwoordEigenaarschap is – en wat jij als eigenaar, professional of gemeente kunt doen. 

1.Hondentaal

Honden “communiceren” met hun lijf. Ze gebruiken houding, beweging, blik, mond, oren, staart en spierspanning om te laten zien hoe ze zich voelen. Die signalen horen bij elkaar: alleen samen en bekeken binnen de situatie maken ze duidelijk hoe de hond zich voelt.

Waarom is dit belangrijk?

  1. Je voorkomt misverstanden en verkleint het risico op bijtincidenten
  2. Je kunt eerder bijsturen, wat de hond rust en veiligheid geeft
  3. Je bouwt vertrouwen: de hond merkt dat zijn signalen tellen

Wat kan jij doen?

Leer de taal van je hond!

  1. Lees meerder signalen tegelijk, niet los van elkaar. 
  2. In welke situatie gebeurt het?
  3. Houd rekening met het individu en rasverschillen (leeftijd, gezondheid, ras, lichaamsbouw en unieke ervaringen ('de zogenaamde rugzak')).

Emoties leren lezen bij jouw hond:

  • Ontspannen

  • Nieuwsgierig

  • Speels

  • Onzeker

  • Stress

  • Agressie

  • Blij

  • Uitkijken naar iets

  • Opletten

  • Angst

  • Paniek

  • Frustratie /teleurstelling

  • Opluchting

  • Afkeer

  • Pijn /ongemak

  • Dingen willen beschermen (eten/speelgoed)

  • Liefde /contact

  • Jachtmodus

  • Twijfel/gemengde gevoelens

  • Te moe/te veel prikkels

Boekentip

Doggietaal - Een gids voor hondenvrienden om je viervoeter beter te begrijpen - Lili Chin (ISBN 9789045326375)

Emoties bij honden zien - Gabi Maue en Katja Krauss (ISBN 9789082976342) 

Werkboek bij het boek ‘Emoties bij honden zien’ (ISBN 9789082976359)

Wat zeg ik? Hondentaal voor kids - www.myrnastork.com/winkel

2.Management

Management bij honden betekent de omgeving en situaties zó regelen dat gewenst gedrag makkelijk is en ongewenst gedrag minder of geen kans krijgt. Management werkt naast training: je maakt goede keuzes voor de hond makkelijker. Wat werkt, hangt af van jouw hond en situatie.

Waarom is dit belangrijk?

  • Het versterkt de realtie tussen mens en hond. Je zorgt ervoor dat je hond zich veilig voelt (veilg spel, duidelijke regels/begrenzing).
  • Het voorkomt stress. Minder prikkels en duidelijke regels geven rust. Voorbeeld: een vaste rustplek als er bezoek komt.
  • Het geeft duidelijkheid. De hond weet wat wel en niet kan. Voorbeeld: schoenen liggen in een gesloten kast.

  • Het voorkomt ongewenst gedrag. Wat je voorkomt, hoeft de hond niet af te leren. Voorbeeld: een hekje tussen keuken en woonkamer.

  • Het maakt goed gedrag makkelijk. Je ontwerpt situaties waarin de hond kan slagen. Voorbeeld: een rustige wandelroute kiezen.

  • Het is veilig voor mens en hond. Minder kans op botsingen, happen of weglopen.

  • Het helpt bij leren. In een rustige, voorspelbare omgeving pakt training beter.

  • Het beschermt energie en herstel. Genoeg slaap en pauzes zorgen voor een stabiele hond.

Kort gezegd: eerst voorkomen, dan trainen.

Management verlaagt stress, geeft duidelijkheid en helpt de hond succes ervaren.

Wat kan jij doen?

  • Routine: een min of meer vaste volgorde van uitlaten, eten en rust kan overzicht geven.
  • Een eigen plek: veel honden ontspannen als er ergens in huis een rustige, voorspelbare plek is.
  • Voorbereiden: spullen klaarleggen kan vertrekmomenten rustig maken.
  • Indeling: grenzen in huis (deur/hekje) kunnen helpen om situaties eenvoudig te houden.
  • Omgeving: routes en tijdstippen kiezen die passen bij energie en prikkels van jouw hond.
  • Uitrusting: een passend tuig en een lijnlengte die snuffelen mogelijk maakt kan tempo en spanning verlagen.
  • Bezoekers: een vaste aanpak rondom binnenkomst geeft veel honden houvast.

Boekentip

Hersenwerk voor honden zoveel meer dan een spelletje - Marleen van Baal  (ISBN:9789493160491)

3.Rust

Rust betekent slaap, korte dutjes en rustige momenten zonder prikkels van buitenaf. Tijdens rust kan het lichaam herstellen en het brein verwerken wat er eerder is gebeurd. Rust is net zo belangrijk als trainen en bewegen; zonder rust kan een hond niet goed leren, herstellen of ontspannen.

Waarom is dit belangrijk?

  • Het lichaam herstelt: spieren, gewrichten en immuunsysteem krijgen tijd om bij te komen.
  • Stress zakt: hartslag en spanning dalen, de hond wordt weer kalm.

  • Leren wordt beter: het brein verwerkt wat de hond heeft geoefend.

  • Gedrag wordt stabieler: minder prikkelbaar, minder trekken, blaffen of happen.

  • Overprikkeling wordt voorkomen: de hond kan signalen weer goed verwerken.

Wat kan jij doen?

  • Balans: wissel activiteit en pauze af; na drukte eerst even ontprikkelen.
  • Rustplek maken: een stille, voorspelbare plek in huis (niet in een looproute, weinig zicht/geluid).

  • Huisregels afspreken: op de rustplek wordt niet gestoord; bezoek rustig laten binnenkomen.

  • Prikkels temperen: zichtlijnen breken (gordijn/folie), geluid dempen, speelgoed doseren.

  • Routes en tijden: kies buiten voor rustig en ruim; snuffelen telt als ontspanning.

  • Overgangen verzachten: kort overgangsritueel van actief naar rust (water, snuffelen, eventueel kauwmateriaal).

  • Herstel checken: zakt ademhaling/spierspanning binnen een minuut? Zo niet, prikkels verder verlagen.

  • Slaap bewaken: overdag dutjes mogelijk maken; ’s nachts ongestoorde slaap.

  • Individueel kijken: leeftijd, gezondheid en karakter bepalen wat werkt.

  • Twijfel? Lukt ontspannen niet: laat een dierenarts meekijken en schakel zo nodig een gekwalificeerde trainer/fysiotherapeut/osteopaat of hondenmasseur in.

 

4.Hondenetiquette

Hondenetiquette zijn eenvoudige 'ongeschreven' omgangsregels die zorgen voor rust, veiligheid en ruimte— voor honden, mensen en de omgeving. Het gaat niet om ‘strenge regels’, maar om rekening houden met elkaar en met wat een hond nodig heeft. 

Waarom is dit belangrijk?

  • Het voorkomt misverstanden en stress.
  • Het maakt ontmoetingen voorspelbaar en veilig.

  • Het vergroot vertrouwen tussen hond, begeleider en omgeving.

Wat kan jij doen?

  • Géén onbekende hond-hond contact: niet aan de lijn (ook niet los). 
  • Ruimte: geef honden en mensen persoonlijke ruimte.

  • Keuzevrijheid: een hond mag nee zeggen—signalen zijn leidend.

  • Rust boven prikkels (alles wat een hond merkt in zijn omgeving): kies rustige routes en pauzes als het druk is.

  • Lezen vóór leiden: observeer lichaamstaal en pas je handelen aan.

  • Management: lijn, afstand, tempo en situaties zijn jouw verantwoordelijkheid.

  • Omgevingszorg: houd het schoon, houd rekening met wild, vee en verkeer.

Praktisch per situatie

Op straat

  • Hond kort aan de lijn bij drukte, smalle paden en oversteekplaatsen.

Ontmoeting hond-hond

  • Geen hond-hond contact (ook niet los).

Ontmoeting hond-mens

  • Vraag: “Mag ik de hond aaien?” De eigenaar bepaalt. 

  • Kinderen altijd onder begeleiding.

Losloopgebiedpark

  • Alleen los waar het mag en veilig is én als terugkomen betrouwbaar is.

  • Respecteer honden aan de lijn: geef ruime boog, roep je hond bij je. Lijn je eigen hond ook aan bij het naderen van een hond aan de lijn. 

  • Voorkom rennen op andere honden.

Natuur en landbouw

  • Aanlijnen waar wild of vee is; geen spel of jachtgedrag aanmoedigen.

  • Blijf op paden; laat geen sporen of afval achter.

5.Socialiseren & habitueren

Socialisatie: Positief leren omgaan met mensen en dieren via korte, prettige interacties.

Habituatie: Wennen aan omgeving (verkeer, geluid) zonder sociale interactie.

Waarom is dit belangrijk?

  • Het voorkomt angst, het verhoogt draagkracht/verlaagt de stressgevoeligheid. 

  • Je hond krijgt meer zelfvertrouwen.

  • Je hond blijft rustiger in drukke of nieuwe situaties.

  • Je hond leert wat gewoon en gewenst is in het dagelijks leven.

Wat kan jij doen?

  • Laat je hond rustig wennen aan nieuwe geluiden en situaties.
  • Kijk naar de signalen van je hond en steun je hond.

  • Geef tijd en ruimte om zelf te ontdekken.

  • Wees zelf een rustig en duidelijk voorbeeld.

6.Veiligheid & preventie

Verantwoord Eigenaarschap is een samenspel: eigenaren maken goede keuzes, de omgeving nodigt uit tot gewenst gedrag. Gemeenten en overheid kunnen die omgeving slim inrichten, duidelijk communiceren en waar nodig vriendelijk handhaven. Samen vermindert dit stress, overlast en bijtincidenten – en vergroot het plezier van mens én hond in de openbare ruimte.

Waarom is dit belangrijk?

  • Minder bijtincidenten en conflicten: duidelijke regels en borden helpen mensen op tijd bijsturen.
  • Meer rust en veiligheid in parken en straten: zonering en schone voorzieningen voorkomen gedoe.

  • Begrijpelijke informatie voor iedereen: elke inwoner weet wat wel en niet kan.

  • Kind & Hond wordt veiliger: lesmateriaal en afspraken verkleinen risico’s thuis en op speelplekken.

  • Eerlijke, vriendelijke handhaving: uitleg eerst; bewoners voelen zich gezien en geholpen.

  • Betere samenwerking in de wijk: gemeente, hondenscholen en bewoners trekken samen op.

  • Leren en bijsturen met data: meldingen en patronen sturen gericht beleid.

  • Snelle winst met kleine stappen: één park aanpakken laat direct resultaat zien.

Wat kan jij doen?

Voor gemeenten en overheid

  • Richt slim in: maak zones (losloop, aangelijnd, hondvrij). Plaats borden op logische plekken.

  • Voorzieningen op orde: voldoende prullenbakken en zakjesdispensers; houd ze schoon.

  • Communiceer helder: korte begrijpelijke teksten, pictogrammen, een duidelijke webpagina en social updates.

  • Kind & Hond: bied lesmateriaal aan scholen en speelplekken (regels, rustige ontmoetingen).

  • Handhaaf vriendelijk: begin met uitleg en waarschuwing; grijp steviger in bij herhaling of gevaar.

  • Werk samen: betrek hondenscholen, dierenartsen, huisartsen, wijkteams en bewoners in acties en pilots.

  • Gebruik data: analyseer meldingen en hotspots; pas regels en inrichting daarop aan.

  • Start klein: test een aanpak in één park, meet het effect en schaal op wat werkt.

  • Denk aan toegankelijkheid: respecteer de rechten van mensen met een assistentiehond; zorg voor duidelijke informatie en rustige routes.

  • Veilige routes: verlichte paden en heldere looplijnen tussen uitlaatplekken en prullenbakken.

Voor inwoners en hondenbezitters

  • Volg de borden: loslopen waar het mag; lijn aan waar dat moet.

  • Houd je hond bij je: kies afstand en tempo passend bij de situatie.

  • Geef ruimte: laat aangelijnde honden niet naar elkaar of naar mensen toe.

  • Kies rust: neem pauzes en kies rustige routes als het druk is.

  • Respecteer signalen: een hond mag “nee” zeggen.

  • Ruim op: houd straten, parken en paden schoon.

  • Kind & Hond: vraag altijd eerst; laat ontmoetingen kort en rustig verlopen.

  • Meld problemen netjes: gebruik het meldpunt van de gemeente en denk mee over oplossingen.

  • Help elkaar: spreek elkaar vriendelijk aan en geef het goede voorbeeld. 

7.Rasspecifieke eigenschap

Rasspecifieke eigenschappen zijn kenmerken die bij een bepaald ras vaker voorkomen. Ze komen uit het oorspronkelijke werk van dat ras.
Voorbeelden: hoeden (zoals bij Border Collies), beschermen (Kangal), jagen (Beagles), maar ook energie, grootte en vachtverzorging. Let op: individu gaat boven raseigenschappen!

Waarom is dit belangrijk?

Als je de aanleg kent, kun je gedrag voorspellen, goed begeleiden en problemen voorkomen.

Wat kan dat zijn?

  • Gedrag en drijfveer: hoeden (border collie), waken (rottweiler), jagen (beagle), apporteren (retriever).
  • Energieniveau en uithoudingsvermogen: hoeveel beweging en prikkels een hond fijn vindt.
  • Grootte en kracht: wat past bij jouw leefstijl en woning.
  • Vacht en verzorging: verharen, trimmen, wassen.
  • Gevoeligheden: bijvoorbeeld kou/hitte, geluid, zelfstandig werken of juist samenwerken.

Elke hond is een individu. Raseigenschappen geven richting, geen vast label. Ze helpen je om passende activiteiten, training en omgeving te kiezen.

Wat kan jij doen?

  • Kijk eens naar de achtergrond: ras/rasgroep en waarvoor dat werk ooit is gefokt.
  • Observeer een paar dagen wat je hond uit zichzelf kiest.
  • Noteer energie, gevoeligheden en hoe snel hij weer tot rust komt.
  • Probeer drie mini-proefjes: iets laten zoeken, een klein apportje, een denk- of trekspel.
  • Kijk wat hij het liefst doet en stem je activiteiten en routes daarop af.

8."Hoog-Risico"-hond

“Hoog-risicohond” is een term die de overheid gebruikt in beleid en preventie. Het gaat om honden waarbij vaker ernstige bijtincidenten voorkomen. Dat betekent niet dat een hond “gevaarlijk geboren” is. Gedrag ontstaat door meerdere factoren samen: aanleg, omgeving, socialisatie, opvoeding en dagelijkse begeleiding.

Waarom is dit belangrijk?

  • Meer duidelijkheid en respect voor eigenaren en omgeving.
  • Gerichte preventie: (bijtincidenten) voorkomen.
  • Eerlijke informatie helpt stigma te voorkomen: niet het ras alléén, maar de omgang telt.
  • Eigenaren weten beter welke begeleiding en training nodig zijn.

Wat kan jij doen?

  • Investeer extra in socialisatie, management en begeleiding.
  • Leer jouw hond kennen (hondentaal).
  • Gebruik altijd stevig en goed passend materiaal (tuig, lijn)
  • Zorg voor rust, voorspelbaarheid en duidelijke grenzen.
  • Voorkom drukke of onveilige situaties.
  • Volg cursussen bij een gekwalificeerde instructeur met kennis van HR-honden.
  • Leg uit aan je omgeving wat jouw hond nodig heeft.
  • Weet dat opvoeding en management bepalend zijn voor veiligheid en welzijn.

9.Kind & hond

Kinderen leren om op de juiste manier met honden om te gaan is noodzakelijk. Fijn contact ontstaat met rust, duidelijke afspraken en keuzevrijheid voor de hond. Een volwassene kijkt altijd mee en stuurt bij waar nodig.

Waarom is dit belangrijk?

  • Veiligheid: je verkleint de kans op misverstanden en bijtincidenten.
  • Welzijn van de hond: de hond krijgt rust, ruimte en keuzevrijheid.

  • Leren lezen van hondentaal: kinderen herkennen signalen als wegkijken, verstijven, grommen.

  • Duidelijkheid en grenzen: vaste afspraken maken contact voorspelbaar.

  • Goed voorbeeld: volwassenen laten zien wat wél werkt (rust, wachten, vragen, kort aaien).

  • Voorkomen is beter dan genezen: je stuurt op tijd bij en stopt vóórdat het misgaat.

  • Plezier samen: respectvol gedrag geeft vertrouwen en een fijne band.

Wat houdt begeleiden in?

  • Altijd toezicht van een volwassene.

  • Afspraken: eerst vragen, laten snuffelen, kort aaien en stoppen.

  • Niet storen bij slapen, eten of kluiven; niets afpakken.

  • Afstand en pauze geven bij spanning.

 

BELANGRIJK OM TE WETEN: Kinderen: jonge kinderen (<5 jaar) worden relatief het vaakst gebeten. Veel beten bij kinderen gebeuren in of rond het eigen huis en vaak door een bekende/familiehond.(Bron: NHG-richtlijn Traumatische wonden en bijtwonden en Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde in de klinische les Hondenbeten bij kinderen (“A majority of the dog bites in children are in or around their own house and/or by a family dog.”).

Wat kan jij doen?

  • Een volwassene laat een kind en hond nooit samen alleen.
  • Spreek simpele afspraken af bij aaien: eerst vragen, de hond naar je toe laten komen, kort aaien en dan stoppen.
  • Laat de hond met rust tijdens eten, slapen of kluiven.
  • Leer kinderen dat hondenspeelgoed van de hond is: niet afpakken.
  • Ontdek samen hondentaal.
  • Kies spelletjes die passen bij de leeftijd en het tempo van kind én hond.
  • Laat kinderen niet alleen met de hond naar buiten; een volwassene loopt mee.

Boekentip

Wat zeg ik? Hondentaal voor kids - Myrna Stork

Te bestellen: www.myrnastork.com 

Extra: Met dyslexievriendelijk lettertype

10.Pijn herkennen

Honden laten pijn vaak minder duidelijk zien dan wij denken. Subtiele veranderingen in houding, beweging en gedrag zijn meestal de eerste signalen. Daarom is het belangrijk om alert te zijn op pijn—ook als er dus geen “duidelijke signalen” te zien is. 

Waarom is dit belangrijk?

  • Welzijn eerst: met pijn kan een hond niet ontspannen, leren of spelen.

  • Veiligheid: pijn vergroot de kans op uitvallen of grommen bij aanraken.

  • Eerlijk trainen: pas als pijn is uitgesloten, kun je gedrag eerlijk beoordelen.

  • Sneller herstel: hoe eerder je het ziet, hoe makkelijker behandelen.

 

Mogelijke signalen kunnen zijn:

Houding & beweging

  • Stram opstaan, moeite met traplopen of springen.

  • Bolle rug, rug of buik aantrekken; poot ontzien.

  • Niet makkelijk willen gaan zitten, liggen of ontlasten.

Gevoel bij aanraken

  • Wegdraaien, weglopen of reageren bij borstelen, aaien of optillen.

  • Op de zere plek gaan liggen zodat je er niet bij kunt.

Gezicht & adem

  • Hijgen zonder warmte of inspanning.

  • Smakken/likken (“tongelen”), “walvisoog” (wit van het oog zichtbaar), gespannen mondhoeken.

Gedrag & stemming

  • Minder willen wandelen/spelen; sneller prikkelbaar of juist teruggetrokken.

  • Onrustig slapen, vaker zuchten of trillen.

Vacht & zelfzorg

  • Doffe plekken, overmatig likken/krabben op één plek.

Eten, plassen, poepen

  • Minder eetlust of juist schrokken; ander plas- of poepgedrag.

Eén signaal bewijst nog geen pijn. Kijk altijd naar het totaalbeeld en de context.

Wat kan jij doen?

  • Let op kleine veranderingen in houding, gedrag en energie.
  • Combineer signalen: één signaal zegt niet genoeg, kijk naar het totaalbeeld.
  • Noteer wanneer en hoe vaak je signalen ziet (dagboekje of foto/filmpje).
  • Raadpleeg altijd een dierenarts bij twijfel.
  • Sluit medische oorzaken eerst uit voordat je verder traint.
  • Vraag zo nodig hulp van een gekwalificeerde gedragstherapeut of fysiotherapeut/osteopaat/hondenmasseur.

11.Werkhonden

Werkhonden zijn honden die getraind zijn om specifieke taken uit te voeren, zoals politie- of zoek- en reddingshond, hulphond, of bewakershond.

  • OpsporingswerkZe worden ingezet om explosieven, drugs of vermiste personen te detecteren en op te sporen. 
  • HulpverleningHulphonden helpen mensen met een beperking bij dagelijkse handelingen. 
  • Politie- en beveiligingstakenZe worden ingezet als politiehond, voor bewaking en in de defensie. 

Waarom is dit belangrijk?

  • Een werkhond kan zijn werk alleen goed doen als hij zich veilig en prettig voelt.
  • Goede zorg (rust, beweging, voeding, medische check-ups) houdt de hond gezond en inzetbaar.
  • Duidelijk management en voorspelbare routines geven de hond rust en houvast.
  • Keuzevrijheid en het respecteren van signalen verkleinen stress en vergroten vertrouwen.
  • Het voorkomt overbelasting: de hond mag niet altijd “aan” staan.
  • Een eigenaar die VE toepast, voorkomt problemen in de openbare ruimte (bijv. bij drukte, kinderen of andere honden).

Wat kan jij doen?

  • Plan vaste rustmomenten naast werktaken.
  • Bewaak grenzen: liever korte, duidelijke taken dan te lang of te zwaar.
  • Zorg voor passend materiaal (tuig, lijn, rustige routes).
  • Lees signalen en stuur op tijd bij (meer afstand, prikkels verminderen).
  • Informeer anderen: werkhond mag niet afgeleid worden tijdens het werk.
  • Investeer in kennis en training, zodat welzijn en veiligheid voorop blijven staan.

12.Praktische zaken

Voordat je een hond koopt, is het belangrijk om je goed voor te bereiden. Zo voorkom je teleurstellingen, verdriet en stress voor jou én de hond. Verwachting en realiteit kan namelijk heel ver uit elkaar liggen. Denk na over wat er écht bij jullie huishouden past: het ras/karakter en de energie van de hond, jullie dagindeling, de kosten en de ruimte waarin je leeft. 

Waar let je op?

Herkomst & match

  • Betrouwbare fokker/stichting/herplaatser (transparant over gezondheid, ras, gedrag, herkomst).
  • Type/ras, energie, grootte passen bij jouw woonplek, werk en ervaring.
  • Gezondheidsinfo beschikbaar: paspoort, chip, vaccinaties, eventueel testuitslagen.

Tijd & dagindeling

  • Dagelijkse planning voor voldoende wandelmomenten, snuffeltijd en rust.
  • Realistische alleen-tijd (werk/ reistijd) met oplossing voor lange dagen.
  • Afspraak wie thuis ochtend/middag/avond doet.

Training & begeleiding

  • Ingeschreven bij puppy-/basiscursus.
  • Contact met trainer/gedragstherapeut voor vragen.
  • Basisafspraken: zindelijkheid, alleen-blijven, rustplek.

Kosten & budget

  • Startpakket begroot (tuig, lijn, bed, voerbakken, hekje/ren, puzzel/ speeltjes).
  • Maandbudget voor voer, preventie, dierenartskosten, verzekering/zorgbuffer, training.
  • Noodbuffer of verzekering voor onverwachte zorgkosten.
  • Reken grofweg op €3–7 per dag voor een hond als je het netjes wilt doen (goed voer, basiszorg, beetje buffer). Met trimsalon, opvang en pech bij de dierenarts zit je al snel op €5–10+ per dag.

Gezondheid & zorg

  • Vaste dierenarts gekozen (bereikbaar op spoed).
  • Plan voor vaccinatie/parasieten (op maat).
  • Eventuele verzekeringen vergeleken en geregeld.

Wonen & omgeving

  • Rustplek in huis, afspraken met huisgenoten/ kinderen.
  • Check huur-/VvE-regels, buren, trap/lift, geluid.
  • Kennis van lokale regels: losloop, aanlijnplicht, opruimplicht.

Materiaal

  • Goed passend tuig of halsband en stevige lijn (geen slip/prik).
  • Identificatie: chip gecontroleerd, penning met telefoonnummer.
  • Voer & beloningen, kauwmateriaal, puzzel, poepzakjes, bench, hekjes.
  • Transport: bench/riem in auto, gordelbevestiging of bench.

Reizen & agenda

  • Oppas/uitlaatservice bekend en ingepland voor drukke dagen.
  • Vakantie-oplossing (logeeradres/pension) alvast getest/gereserveerd.

Back-up bij uitval (essentieel)

  • Aangewezen back-up persoon (naam/telefoon) die kan overnemen bij ziekte of overlijden.
  • Kort draaiboek (dagritme, voer, medicatie, gewoontes) op papier/online gedeeld.
  • Eventueel juridisch vastgelegd wie de hond overneemt en hoe kosten worden betaald.

Papier & veiligheid

  • Registratie en overdracht geregeld bij aanschaf.
  • Aansprakelijkheidsverzekering (gezin/baasje) gecheckt.
  • Noodnummers in telefoon en ICE-kaartje aan halsband/ in portemonnee.

13.Gezondheid

Gezondheid gaat over het lijf én het hoofd van je hond. Belangrijk zijn: zonder pijn kunnen bewegen, een goed gewicht, goede voeding en genoeg water. Ook een schoon gebit en een gezonde huid en vacht horen erbij. Verder spelen hormonen, leeftijd en goede slaap een rol. Voelt je hond zich niet fijn? Dat zie je vaak eerst aan zijn gedrag.

Voorbeelden van signalen:

  • Hij is sloom of juist drukker dan normaal.

  • Hij wil niet wandelen, eet minder of likt veel aan één plek.

  • Hij trekt zich terug, gromt sneller of slaapt onrustig.

Waarom is dit belangrijk?

Pijnvrij bewegen

  • Bewegen zonder pijn voorkomt stress en lastig gedrag.

  • Een hond met pijn leert minder graag en speelt minder.

Energie & gewicht in balans

  • Een goed gewicht en genoeg energie verkleinen de kans op blessures en ziek worden.

  • Het uithoudingsvermogen en de stemming blijven stabieler.

Voeding & water (hydratatie)

  • Goede voeding en genoeg water geven bouwstoffen voor spieren, hersenen, huid en vacht.

  • Ze zorgen ook voor een gelijkmatige energie over de dag.

Slaapkwaliteit

  • Diepe, ongestoorde slaap herstelt lichaam én brein.

  • Te weinig slaap maakt een hond sneller prikkelbaar.

Hormonen & leeftijd

  • Hormonen en leeftijd bepalen hoeveel je hond aankan en hoe snel hij herstelt.

  • Pas activiteiten hierop aan om overbelasting te voorkomen.

Gebit, huid & vacht

  • Pijn of jeuk gaat niet vanzelf weg en maakt je hond onrustig.

  • Let op: veel krabben, likken of een vieze geur uit de mond.

Vroeg signaleren

  • Misselijkheid, jeuk, moeheid of pijn zie je vaak eerst aan gedrag.

  • Vroeg handelen voorkomt dat het erger wordt.

Preventie & controles

  • Regelmatige check bij de dierenarts en parasietenpreventie (teken, vlooien, wormen).

  • Zo blijven kleine problemen klein.

Herstel na inspanning

  • Bouw rustig af na sporten of spelen.

  • Geef water en kies voor een korte “snuffelwandeling” om te ontspannen.

Plots ander gedrag

  • Verandert je hond ineens? Denk eerst aan een lichamelijke oorzaak.

  • Bij twijfel: overleg met de dierenarts.

Wat kan jij doen?

Snelle bodycheck (iedere dag kort)

  • Voel het hele lichaam: spierpijn, warmte/zwelling, wondjes.

  • Check ogen en oren.

  • Bekijk bek en ademgeur.

  • Controleer voetzolen en nagels.

  • Let op vacht en jeuk.

Pijnsignalen herkennen

  • Moeizaam opstarten na rust.

  • Hijgen in rust.

  • Veel likken/krabben op één plek.

  • Sneller schrikken of prikkelbaar.

  • Minder willen springen of spelen.

  • Onrustig slapen.
    Eerst comfort en herstel, daarna pas weer trainen.

Belasting en herstel plannen

  • Bouw rustig op in kleine stapjes.

  • Plan rustdagen.

  • Na actie: korte snuffelwandeling, drinken, dan naar de vaste rustplek.

Veilig bewegen in huis

  • Leg kleden op gladde vloeren (antislip).

  • Houd looproutes vrij.

  • Gebruik opstapjes of een loopplank waar nodig.

Gewicht en conditie bijhouden

  • Pas voer aan op leeftijd en activiteit.

  • Ribben: licht voelbaar onder de huid.

  • Taille: van boven zichtbaar.

Voeding en water

  • Vaste voertijden.

  • Altijd schoon drinkwater.

  • Verdeel porties rondom activiteit en rust.

Slaapkwaliteit

  • Beperk prikkels laat op de dag.

  • Vast avondritueel: uitlaten, water, naar de slaapplek.

Klimaat en weer

  • Pas duur en intensiteit aan bij hitte of kou.

  • Let op asfalt­temperatuur, wind en regen.

  • Bied schaduw of een warme, droge plek.

Parasieten en gebit

  • Preventie tegen teken, vlooien en wormen volgens advies.

  • Tanden poetsen of geschikt kauwmateriaal.

  • Nagels regelmatig bijhouden.

Tips per levensfase

  • Pup/jonge hond: korte, vaak verdeelde blokjes met veel herstel.

  • Senior: vaker kort bewegen, warm houden, extra bodychecks.

Hormonen en cyclus

  • Noteer veranderingen rond loopsheid of castratie.

  • Verlaag tijdelijk belasting en prikkels indien nodig.

Dagboekje / scorekaart

  • Noteer dagelijks: rust/slaap, activiteit, ontlasting, eetlust, stemming en pijnsignalen.

  • Zo zie je veranderingen sneller.

Stop-knop

  • Bij twijfel of pijn: stop met trainen, geef rust, overleg met dierenarts, fysio/osteopaat of hondenmasseur.

EHBO-cursus voor honden

  • Leer veilig eerste hulp geven (bijv. bij bloeding of benauwdheid).

  • Houd je hond stabiel tot je bij de dierenarts bent.

14.Rouw

Rouw gaat niet alleen om overlijden, maar ook om herplaatsing, scheiding of gedeeld eigenaarschap, ziekte, vermissing. Iedereen rouwt op zijn eigen manier en tempo—daar zit geen goed of fout in. Wat wél helpt: erkennen dat verdriet normaal is wanneer je leven zo verweven is met dat van je hond. 

Waarom is dit belangrijk?

Onverwerkte rouw kan doorsijpelen in het dagelijks leven—naar je energieniveau, je relaties én de band met je (overgebleven) hond. Door rouw te herkennen en ruimte te geven, ontstaat er rust: voor jezelf, je gezin en je dier. Dat maakt keuzes zorgvuldiger en voorkomt dat je jezelf (of je hond) voorbijloopt.

Wat kan jij doen?

  • Geef jezelf toestemming om te rouwen. Op jouw manier.

  • Maak het tastbaar. Een klein ritueel, herinneringsplek of fotomoment kan steun geven.

  • Praat erover. 

  • Schrijf of verzamel herinneringen. Een kort dagboekje, een doosje met halsband/foto’s, een brief aan je hond.

  • Let op andere dieren in huis. Zij kunnen onrustig of teruggetrokken worden: bied extra voorspelbaarheid, rust en duidelijke grenzen.

  • Laat andere hond(en) afscheid nemen. Als het past bij jullie: laat ze even snuffelen aan een kleedje, favoriet item of – als dat kan en veilig voelt – kort bij het lichaam van de overleden hond, onder jouw rustige begeleiding. Observeer, dwing niets, geef daarna tijd en structuur.

Boekentip

Lieve hond ik rouw om jouw - Marleen van Baal (ISBN: 9789493358768)

De gouden draad - Nadieh Cuijten (ISBN: 9789492284471)

15.Fokker

De herkomst van je pup bepaalt een groot deel van zijn gezondheid, gedrag en toekomst. Een goede fokker werkt met kennis en liefde voor het ras (of kruising) en begeleidt jou ook ná de aankoop. Zo voorkom je veel verdriet, kosten en misverstanden.

Waarom is dit belangrijk?

  • Gezondheid & levensduur: ouderdieren zijn getest op bij het ras bekende erfelijke aandoeningen; pups krijgen een goede start.
  • Karakter & socialisatie: stabiele moederhond, rustig nest en positieve ervaringen geven zelfvertrouwen. Ouderdieren hebben bij voorkeur een gedragstest ondergaan.
  • Eerlijke handel & dierenwelzijn: geen impulsaankopen, geen illegale import of “broodfok”. Fokker zet je op een wachtlijst en verwacht dat je meerder keren komt kijken.
  • Voorspelbaarheid & begeleiding: duidelijk papierwerk, nazorg en een fokker die meedenkt. Duidelijke adviezen gegeven door de fokker.
  • Minder probleemgedrag: een goede start verkleint de kans op stress, angst en bijtincidenten. Goede socialisatie begint bij de fokker

Wat kan jij doen?

1) Oriëntatie

  • Begin bij de rasvereniging/stichting en praat met ervaringsdeskundigen.

  • Bezoek meerdere adressen. Ga niet direct “kijken om te kopen”; informeer eerst rustig.

2) Stel gerichte vragen

  • Zie en ontmoet de moederhond (vader met bewijs/uitslagen).

  • Vraag naar rasrelevante gezondheidstesten (bijv. heupen/ellebogen/ogen/DNA) en het inteeltpercentage.

3) Kijk goed rond

  • Huiselijke, schone omgeving.

  • Maximaal twee nesten tegelijk en maximaal twee rassen. Meer rassen is een rode vlag: één ras zorgvuldig fokken is al intensief.

  • Pups groeien in huis op, met dagelijkse geluiden en menselijk contact.

4) Leeftijd & wetgeving

  • Een pup gaat nooit vóór 8 weken weg.

  • Importpups pas na 15 weken (vanwege rabiësvaccinatie).

5) Papieren op orde

  • Koopcontract, Europees paspoort, chip én registratie op jouw naam na aankoop.

  • Vaccinaties en ontwormingen kloppen en zijn traceerbaar in het paspoort (met stempel/gegevens van de dierenarts).

  • Stamboom of herkomstbewijzen zijn volledig en controleerbaar.

  • Ontworming rond 2, 4, 6 en 8 weken; eerste puppyenting rond 6 weken (zoals in het paspoort staat).

6) Socialisatieplan

  • De fokker kan laten zien wat de pups al hebben geleerd (geluiden, mensen, materialen) en geeft een plan mee voor de komende weken.

  • Je kunt met al je vragen bij de fokker terecht; zij denken mee over een passende hondenschool.

  • Je krijgt duidelijke voedingsinformatie en (een startvoorraad van) het voer waar de pup aan gewend is.

Tot slot: het voelt ook goed

  • Een goede fokker is zorgzaam, wil het beste voor de hond en is écht geïnteresseerd in jou en je leefsituatie.

  • Verwacht veel vragen aan jou—iemand die niet in jou geïnteresseerd is, toont vaak ook weinig betrokkenheid bij de pups.